Aufrufe
vor 7 Jahren

Jaguar Magazine 01/2017 – Dutch

  • Text
  • E
  • Svr
  • Type
  • Pace
  • Pace
  • Jaguar
  • Formule
  • Nieuwe
  • Auto
  • Elektrische
Lassen Sie sich elektrisieren in der Frühjahrs-Ausgabe 2017 des Jaguar Magazins: Wir stellen Jaguar's revolutionären I-PACE vor, zeigen digitale Diamanten, die mithilfe neuester 3D-Technologie erstellt werden und freuen uns über Jaguar's Rückkehr in die Formel E. In Schweden entdecken wir im F-PACE die Stadtfluchten nahe Göteborg, die kaum jemand kennt und in Texas lassen wir den F-TYPE SVR mit seinen rund 322 km/h auf die Straße. Es gibt viel zu entdecken in der neuen Ausgabe des Jaguar Magazins!

ij de gevierde lerares

ij de gevierde lerares Stella Adler. Het acteerberoep sprak hem aan, niet het minst omdat het een goede manier leek om meisjes te ontmoeten. Tijdens zijn praktijkopleiding had hij een relatie met de jonge Siciliaans-Ierse actrice Gia Scala en verdiende hij geld door met motoren te crossen op een circuit op Long Island. In 1955, na zijn Broadway-debuut in A Hatful of Rain, vertrok hij naar Los Angeles. Onder de hoede van de ambitieuze jonge agent Hillard Elkins maakte hij zijn filmdebuut in de boksbiopic Somebody Up There Likes Me, met Paul Newman in de hoofdrol en Robert Wise als regisseur. Die vond McQueen een tikje verwaand, maar hield wel van de gebalde energie die hij in een messengevecht op een dak liet zien. Zijn eerste hoofdrol was in The Blob, een sciencefictionfilm waarin hij met een dodelijk amoebeachtig wezen uit de ruimte moest afrekenen. “IT CRAWLS! IT CREEPS! IT EATS YOU ALIVE!” Al snel ontmoette hij Neile Adams, een jongensachtige, twee jaar jongere actrice. “Hoi, jij ziet er leuk uit”, zei hij tegen haar. “Jij ook”, antwoordde ze. Ze trouwden in 1956 en kregen een dochter, Terry, en een zoon, Chad, en het huwelijk zou door zijn succesjaren heen standhouden. Ondanks zijn groeiende reputatie als lastpost toonde hij zich een liefhebbende en attente vader, vooral toen de kinderen oud genoeg waren om met hem te motorrijden. Zijn grote doorbraak kwam in 1960, met The Magnificent Seven van Steve McQueen op de set in Hollywood in een Jaguar XKSS uit 1956, die hij de ‘groene rat’ noemde. FOTO: GETTY IMAGES/JOHN DOMINIS 58 THE JAGUAR

MCQUEEN MCQUEENS DONKERGROENE JAGUAR XKSS WAS NIETS MINDER DAN EEN WEGVERSIE VAN DE D-TYPE DIE DE 24 UUR VAN LE MANS WON regisseur John Sturges. Hij beeldde de karaktertrekken van zijn personage zo subtiel uit dat Yul Brynner, de ster van de film, hem ervan beschuldigde dat hij bepaalde scènes naar zich toe wilde trekken. Drie jaar later castte Sturges hem in The Great Escape, waarin hij tijdens een confrontatie met de commandant van een gevangeniskamp demonstreerde hoe je van een lach toch een belediging kunt maken. Zijn seksuele aantrekkingskracht werd volledig uitgespeeld in The Thomas Crown Affair (1968). In die film daagt hij Faye Dunaway uit boven het schaakbord: “Speel je graag?” “Probeer gerust.” Neile noemde hem “een macho die kwetsbaar durfde te zijn”, en zijn mannelijkheid kwam nergens beter tot uiting dan aan het stuur van een Mustang GT390 tijdens de wilde achtervolging door de bochtige, heuvelige straten van San Francisco, de cruciale scène in Bullitt, eveneens uit 1968. Zijn look werd vereeuwigd door fotograaf William Claxton, die in de jaren 50 het imago van Cool School-trompettist Chet Baker had helpen vormgeven. Maar terwijl Baker er overdag nooit ontspannen uitzag, en eigenlijk enkel op zijn gemak leek in een kleine ondergrondse jazzclub, was McQueen gemaakt voor het buitenleven. Hij en Claxton maakten samen heel wat ritjes. Ze deelden hun voorliefde voor krachtige beestjes. Het bekendste was een donkergroene Jaguar XKSS, niets minder dan een wegversie van de D-Type die de 24 uur van Le Mans won. McQueen hield van die auto, één van de slechts 16 die ervan werden geproduceerd voor een brand in de Coventry-fabriek de serie fataal werd. Hij verkocht de auto in 1969, maar kocht hem in 1977 terug en hield hem tot zijn dood. De rits successen van eind de jaren 60 hadden hem groot genoeg gemaakt om zijn eigen script te schrijven, of tenminste dat dacht hij. Met zijn eigen bedrijf, Solar Productions, plande hij de film die tijdens zijn eigen racecarrière in zijn hoofd was ontstaan. Le Mans moest een ode worden aan het autoracen. Voor de opnames reden er dan ook echte coureurs met echte auto’s op het echte circuit. Er speelden een paar aantrekkelijke vrouwen in de film mee, maar de echte lustobjecten waren de auto’s. Maar McQueens sponsors wilden een echt verhaal. Sturges, de oorspronkelijke regisseur, stapte gefrustreerd uit het project en werd vervangen door een Hollywood-scenarist die de financiers hadden gekozen. Toen die vervanger een keer om een extra take vroeg, antwoordde McQueen: “Hoor eens, ik zal je wel zeggen wanneer er nog een take nodig is.” Na een draaiperiode van zes maanden en een serieuze overschrijding van het aanvankelijke budget van 6 miljoen dollar, flopte Le Mans in 1971 aan de kassa, wat meteen ook het einde van McQueens carrière als producent betekende. Nu was hij weer gewoon een filmster. In The Getaway (1972) speelde hij de gewezen oplichter Doc McCoy en choqueerde hij filmfans met de nu beroemde klap in het gezicht van Ali McGraw, die ironisch genoeg zijn tweede vrouw werd na zijn scheiding van Neile. Daarna speelde hij nog voortreffelijke rollen in Papillon (1973) en Towering Inferno (1974). Zijn oude voorliefde voor marihuana was op dat moment echter al overgegaan in een passie voor cocaïne, en naast het scherm zag hij er met zijn lange haren en baard uit als een handlanger van Charles Manson die hem een paar jaar eerder nog op zijn moordlijst had staan. McGraw vroeg uiteindelijk in 1977 de scheiding aan, en in december 1979 werden tijdens de opnames van The Hunter de eerste tekenen van kanker ontdekt. Elf maanden later, na een hele reeks conventionele en alternatieve behandelingen, en nadat hij met zijn derde vrouw was getrouwd, het voormalige model Barbara Minty, stierf hij na een hartaanval tijdens zijn slaap in een Mexicaans ziekenhuis, 12 uur nadat er verschillende tumoren waren verwijderd tijdens een behandeling die zijn eigen dokters hem hadden afgeraden. “Is er iets wat jou raakt? Écht raakt?” vroeg Jacqueline Bissett hem in Bullitt. Tuurlijk wel. De aantrekkingskracht van Steve McQueen lag altijd in de suggestie dat achter die façade van knokpartijen en achter dat door de strijd geharde gezicht de kwetsbare ziel schuilging van een achtergelaten jongetje dat gewoon met zijn driewieler een ritje rond de boerderij van zijn oom wilde maken. THE JAGUAR 59